Vragen funde­rings­schade veen­wei­de­gebied


Indiendatum: mrt. 2021

Vervolgvragen fracties Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk naar aanleiding van de

funderingsproblematiek in het veenweidegebied

3 januari 2021

Toelichting

Op dinsdag 1 december jl. is in de Commissie SKZ van Wetterskip Fryslân een informerend memo

van het dagelijks bestuur betreffende de aanpak van de funderingsproblematiek in Fryslân. Deze

aanpak is onderdeel van het veenweideprogramma 2021-2030. Ook was er bij dit agendapunt een

inspreekster, woonachtig in de Groote Veenpolder, mevrouw Dekker, die de standpunten van de

bewoners heeft toegelicht.

De bestaande schaderegeling van Wetterskip Fryslân voor eigenaren met funderingsschade is

gebaseerd op nadeelcompensatie: een schadevergoedingsregeling voor gebouwschade die

aantoonbaar veroorzaakt is door peilbeheer van WF. De bewijslast ligt daarmee bij de bewoners.

Het uitgangspunt dat door het Wetterskip en de provincie wordt gehuldigd is dat de woningeigenaar

zelf verantwoordelijk is voor de fundering van zijn woning.

Binnen het veenweideprogramma zal in 2021 een subsidieregeling voor funderingsonderzoek

worden uitgewerkt. Dat betekent dat niet eerder dan in 2022 zal kunnen worden gestart met een

maatregelenpakket en dus de bewoners minimaal tot dat tijdstip in het ongewisse worden gelaten.

De fracties van Water Natuurlijk en de Partij voor de Dieren hebben hierover de volgende

aanvullende vragen:

Voortschrijdend inzicht wat betreft de lage waterpeilen in het veenweidegebied laat door versnelde

bodemdaling een rechtstreekse correlatie zien tussen peilverlaging en funderingsschade aan

woningen.

1. Vindt het DB het uitgangspunt, dat de woningeigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor de

staat van de fundering van de woningen in het veenweidegebied, nog houdbaar? Zo ja, kunt

u dat toelichten en zo nee, wat gaat u daaraan doen?

2. Vindt het DB het aanvaardbaar dat, gezien de correlatie tussen peilverlaging en

funderingsschade, de woningeigenaren nog jaren in het ongewisse worden gelaten over de

aanpak van dit probleem? Kunt u uw antwoord toelichten?

3. Is het DB bereid om de woningeigenaren op korte termijn tenminste duidelijkheid te

verstrekken over een gedeelde verantwoordelijkheid voor wat betreft de staat van

onderhoud van de funderingen in het veenweidegebied? Kunt u uw antwoord toelichten?

4. In de vergadering van Provinciale Staten van Fryslân van 16 december 2020 is in grote

meerderheid een motie vreemd aangenomen betreffende de instelling van een zogenaamde

‘funderingstafel’ waarin, naast deskundigen, bewoners rechtstreeks vertegenwoordigd zijn.

Deze funderingstafel zou dan de opdracht moeten krijgen om voorstellen te ontwikkelen

voor het oplossen van de problematiek. Is het DB bereid om zich bij deze motie aan te

sluiten? Zo nee, waarom niet?

5. Is het DB bereid om op korte termijn met Gedeputeerde Staten van Fryslân en de

Rijksoverheid in overleg te treden met als doel zo snel mogelijk uitsluitsel te kunnen geven

over de instelling van een schadefonds en met welke omvang? Zo ja, op wat voor termijn

denkt u de gewenste duidelijkheid te kunnen verschaffen? Zo nee, waarom niet?

6. Is het DB bereid om als quick wins op korte termijn een onderzoek te doen naar generieke

en specifieke peilverhogingen die al in 2021 kunnen worden uitgevoerd? Zo ja, op welke

termijn? Zo nee, waarom niet?

Getekend door

Suzanne van Wylick, fractievoorzitter Partij voor de Dieren

Auke Wouda, Algemeen bestuurslid Water Natuurlijk

Aan algemeen bestuur

Van dagelijks bestuur

Onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen PvdD en WNF inzake

funderingsproblematiek

Datum 12 januari 2021

Op 3 januari 2021 zijn door de fracties van de Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk schriftelijke

vragen gesteld naar aanleiding van de funderingsproblematiek in het Veenweidegebied. De

beantwoording van deze vragen treft u onderstaand aan.

1. Vindt het DB het uitgangspunt, dat de woningeigenaren zelf verantwoordelijk zijn voor de

staat van de fundering van de woningen in het veenweidegebied, nog houdbaar? Zo ja, kunt

u dat toelichten en zo nee, wat gaat u daaraan doen?

Juridisch gezien is de woningeigenaar zelf verantwoordelijk voor de staat van de fundering

van zijn woning. Dat neemt niet weg dat het waterschap een verantwoordelijkheid heeft in

het faciliteren van de verschillende functies in het gebied, waaronder de woonfunctie. Daarin

zijn in het verleden keuzes gemaakt door o.a. het handhaven van hogere peilen rondom

woningen. Door de steeds verdergaande bodemdaling in het veenweidegebied hebben we

de afgelopen jaren echter geconstateerd dat dit niet meer voldoende is. Dat is juist een van

de redenen om in het veenweidegebied aan de slag te gaan. Wij zien dit als een gezamenlijke

maatschappelijke verantwoordelijkheid van de verschillende overheden. Daarom werken we

samen met provincie en gemeenten aan een duurzame toekomst voor het veenweidegebied.

2. Vindt het DB het aanvaardbaar dat, gezien de correlatie tussen peilverlaging en

funderingsschade, de woningeigenaren nog jaren in het ongewisse worden gelaten over de

aanpak van dit probleem? Kunt u uw antwoord toelichten?

Op dit moment is er nog onvoldoende inzicht in de ernst en omvang van de

funderingsproblematiek. In het verleden zijn er weliswaar een aantal schadeclaims bij het

waterschap ingediend maar die hadden vooral betrekking op de peilverlagingen in de

Ruilverkaveling Groote en Echtener Veenpolder. Daarna, tot aan 2019, hebben ons en de

andere overheden maar beperkt signalen bereikt over funderingsproblematiek in het

Veenweidegebied. Door de droogte (klimaatverandering) en de toenemende landelijke

aandacht voor het issue, bereiken ons de afgelopen jaren steeds meer signalen.

Op basis van modellen verwachten we de komende jaren dat veel woningen met funderingsproblemen

te maken zullen krijgen. Veel woningeigenaren weten echter niet hoe de staat

van hun fundering is en wat de restlevensduur nog is. Daarom hebben we samen met de

provincie en de gemeenten eind 2020 het Funderingsloket opengesteld. Hier kunnen

eigenaren terecht met vragen, meldingen, klachten, etc.

En het is tevens de reden dat er dit jaar binnen het veenweideprogramma een

subsidieregeling voor funderingsonderzoek wordt voorbereid. Op deze wijze hopen wij,

samen met woningeigenaren, meer zicht te krijgen op de toestand van de funderingen en

kunnen we daar beleidsvoorstellen op onderbouwen.

De pilot Groote Veenpolder heeft ons al meer inzicht verschaft in de

funderingsproblematiek, al kunnen de cijfers uit deze polder niet 1-op-1 vertaald worden

richting de rest van het veenweidegebied.

3. Is het DB bereid om de woningeigenaren op korte termijn tenminste duidelijkheid te

verstrekken over een gedeelde verantwoordelijkheid voor wat betreft de staat van

onderhoud van de funderingen in het veenweidegebied? Kunt u uw antwoord toelichten?

Zoals aangegeven bij vraag 1 ligt de verantwoordelijk voor de fundering primair bij de

woningeigenaar. Dit is vorig jaar in een juridische analyse van de verantwoordelijkheden

door Trip advocaten bevestigd. Fryslân is niet de enige provincie waar deze problematiek

speelt en het nemen van besluiten over verantwoordelijkheden in dit dossier kan dan ook

niet los van de rest van Nederland worden gedaan. Dit zijn vraagstukken die op landelijk

niveau om een antwoord vragen.

Wat we beogen is dat we woningeigenaren zo goed mogelijk proberen te helpen: met een

loket, met een subsidieregeling voor onderzoek, we kijken met de andere overheden in

Fryslân deel kunnen nemen aan het landelijk Fonds Duurzaam Funderingsherstel en we

werken aan het versoepelen van regels en leges.

4. In de vergadering van Provinciale Staten van Fryslân van 16 december 2020 is in grote

meerderheid een motie vreemd aangenomen betreffende de instelling van een zogenaamde

‘funderingstafel’ waarin, naast deskundigen, bewoners rechtstreeks vertegenwoordigd zijn.

Deze funderingstafel zou dan de opdracht moeten krijgen om voorstellen te ontwikkelen

voor het oplossen van de problematiek. Is het DB bereid om zich bij deze motie aan te

sluiten? Zo nee, waarom niet?

Ja, wij sluiten ons aan bij deze motie.

5. Is het DB bereid om op korte termijn met Gedeputeerde Staten van Fryslân en de

Rijksoverheid in overleg te treden met als doel zo snel mogelijk uitsluitsel te kunnen geven

over de instelling van een schadefonds en met welke omvang? Zo ja, op wat voor termijn

denkt u de gewenste duidelijkheid te kunnen verschaffen? Zo nee, waarom niet?

Er is op dit moment een landelijk Fonds Duurzaam Funderingsherstel, waarbij overheden zich

kunnen aansluiten. Dit fonds is bedoeld voor huiseigenaren die op de particuliere geldmarkt

geen lening meer kunnen krijgen. Het landelijk fonds in zijn huidige vorm houdt op te

bestaan. Het ministerie van BZK onderzoekt alternatieven. Totdat er een alternatief is, kan

iedere overheid zich aansluiten bij het fonds.

Verder wordt in een gezamenlijke werkgroep van provincie, waterschap en gemeenten

gewerkt aan voorstellen voor de funderingsaanpak in Fryslân. In 2022 vindt hierover nadere

besluitvorming plaats.

6. Is het DB bereid om als quick wins op korte termijn een onderzoek te doen naar generieke en

specifieke peilverhogingen die al in 2021 kunnen worden uitgevoerd? Zo ja, op welke

termijn? Zo nee, waarom niet?

Op dit moment wordt er onderzoek gedaan in de Groote Veenpolder. Daarin wordt

onderzocht hoe het met de staat is van de funderingen in relatie tot de hoogwatervoorzieningen.

Het vraagt om maatwerk per gebied en dus een gebiedsgerichte aanpak. Een

generieke peilverhoging om funderingsschade te voorkomen is ingrijpend en vraagt de

nodige voorbereiding.

Verder bestaat de indruk dat peilverhogingen in het veenweidegebied om de funderingsproblematiek

het hoofd te bieden vermoedelijk weinig impact zullen hebben. De reden

hiervoor is dat daarvoor het peilverschil tussen de hoogwatersloten en de achterliggende

landbouwgebieden al te groot is geworden. De impact van een peilverhoging strekt

daarmee verder dan alleen de hoogwatersloot en de woningen. Om effect te kunnen

hebben, zal een veel bredere zone rondom een woning op een hoger peil gebracht moeten

worden. Daarbij is het maar de vraag of dit nog effectief zal zijn, als er al schade is

opgetreden. Zoals hierboven aangegeven is het maatwerk en dienen de kosten te worden

afgezet tegen de baten. De baat is in dit geval een ‘iets langere levensduur van de

fundering’. In sommige gevallen zal de eigenaar hiermee extra tijd krijgen om te komen tot

een structurele oplossing voor potentiële funderingsschade.

Interessant voor jou

Mondelinge vragen bij duurzame slibverwerking

Lees verder

Vragen over thermisch gerei­nigde grond (TGG)

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer