Inbreng over boeren­protest op belas­ting­ver­hoging

Commissievergadering DSF, 2 december 2019,

bijdrage door fractievoorzitter PvdD Suzanne van Wylick

Inbreng boerenprotest op belastingverhoging

Dank u voorzitter.

Ik wil graag nog reageren op de insprekers vanavond richting het Wetterskip. Het protest tegen een hogere waterschapsheffing vind ik onbegrijpelijk en ongepast. Ik heb er geen andere woorden voor. Het is een ontkenning van de problemen waar we als samenleving voor staan. Iedereen zal zijn bijdrage moeten leveren, ook de landbouwsector. Indien het principe van de vervuiler betaalt consequenter zou worden toegepast, zou de tariefstijging voor de gangbare landbouw met een veelvoud stijgen ten opzichte van het voorstel dat er nu ligt.

Zoals vandaag ook in de Leeuwarder Courant te lezen is, bedraagt de verdeelsleutel voor de waterschapslasten 75,6% voor de burgers, 24% voor de boeren en 0,4% voorde natuurbeheerders. Ik vraag mij af hoe dit percentage zich verhoudt met de werkelijke kosten die voor deze categorieën worden gemaakt. Naar ik heb begrepen zijn de kosten van peilverlagingen en andere landbouwgerelateerde kosten aanzienlijk hoger dan de kosten voor waterzuivering. Dat betekent dat de burger opdraait voor allerlei directe en indirecte landbouwgerelateerde kosten. Kan het DB ons inzicht verstrekken in de verhouding kosten en tarieven?

Daarnaast heeft Wetterskip heeft de afgelopen decennia fors geïnvesteerd in een zeer fijnmazige, maar geheel op de exclusieve wensen van de landbouwsector ingerichte, waterpeilstructuur. Dat hier een fors kostenplaatje achter schuil gaat, moge duidelijk zijn. Ook dit soort extra kosten komen echter niet ten laste van de landbouw maar worden bij alle inwoners van Friesland in rekening gesteld.

Zolang de gangbare intensieve landbouw geen werk maakt van een serieuze transitie naar een grondgebonden en natuurinclusieve bedrijfsvoering met sluitende kringlopen en zonder verspilling van schaarse hulpbronnen, is zij niet toekomstbestendig. De sector zelf is aan zet om de weg in te slaan naar een duurzame en toekomstbestendige ontwikkeling met veel minder dieren, maar in ruil daarvoor kwalitatief betere producten met hogere prijzen en betere rendementen.

Voorzitter, alle maatschappelijke geledingen krijgen te maken met hogere tarieven. Ook het Wetterskip levert met bezuinigen op de bedrijfsvoering zijn bijdrage. Onze fractie zal in de komende ab vergadering vanzelfsprekend niet instemmen met een uitzonderingspositie voor de landbouwsector.

Tot slot nog een vraag betreffende de KRW. Met de huidige programmering halen we de KRW-opgaven in de deelsystemen voor 2021 niet. Factoren die dit beïnvloeden zijn capaciteit, budget, draagvlak en grondaankoop zo staat in de stukken te lezen. Ook nemen een aantal bedrijfsrisico's toe, ook in financiële zin, gerelateerd aan het snoeien in de investeringen. In hoeverre is het verantwoord om investeringen, die nodig zijn voor wet en regelgeving (zoals de KRW) of voor een instandhoudingsplicht nu niet uit te voeren en door te schuiven naar de volgende periode ? Nemen we zo niet een hypotheek op de toekomst en schieten we onszelf in de voet met veel hogere toekomstige onontkoombare kosten?

Dank u voorzitter