Schrif­te­lijke vragen bollen- en lelie­teelt

Indiendatum: okt. 2019

Schriftelijke vragen ex. Artikel 38 Reglement van Orde Algemeen, van de Partij voor de Dieren Wetterskip Fryslân aan het Dagelijks Bestuur betreffende de bollenteelt in het algemeen en de lelieteelt in het bijzonder.

In de commissie Systeembeheer, Kwaliteit en Zuiveringen (SKZ) d.d. 25 juni 2019 is de ‘werkwijze droogtebestrijding’ aan de orde gekomen. De lelieteelt valt onder het beregeningsverbod categorie 3 met als argumentatie dat lelieteelt een arbeidsintensief gewas is, omdat verlies van de oogst grote impact heeft voor de betreffende agrariër.

Bij de bollenteelt in het algemeen en de lelieteelt in het bijzonder wordt veel landbouwgif in de bedrijfsvoering gebruikt, wat een grote impact heeft op de leefomgeving, het milieu en de kwaliteit van het oppervlaktewater. Dit is uit een recent onderzoek in Westerveld (Drenthe), dat door omwonenden van een lelieteler is geïnitieerd, naar voren gekomen. Van de 13 bodemmonsters zijn in 10 monsters 57 verschillende bestrijdingsmiddelen gevonden. Dit is na te zien op website van bnnvara.nl.

https://www.bnnvara.nl/zembla/... Ook de gemeente de Fryske Marren maakt zich zorgen over de groei van de bollen- en lelieteelt als het gaat om het gebruik van bestrijdingsmiddelen.

De Partij voor de Dieren heeft de volgende vragen voor het Dagelijks Bestuur van het Wetterskip.

1. Hoeveel gif wordt door de bollen- en lelietelers gebruikt, per hectare?

2. Hoe betrouwbaar zijn deze cijfers?

3. Hoeveel hectare wordt gebruikt voor bollenteelt en hoeveel daarvan voor lelies in de provincie Fryslan?

4. Sinds wanneer worden dergelijke hoeveelheden grond gebruikt voor bollen-/lelieteelt in onze provincie?

5. Zijn er wel eens monsters genomen van de grond en wat waren de resultaten van het onderzoek?

6. Indien er monsters zijn genomen, wat is er gedaan naar aanleiding van deze resultaten en wat heeft dat tot op heden opgeleverd?

7. Zijn er gegevens bekend bij het Wetterskip Fryslân over mogelijke vervuiling van het oppervlaktewater door uitspoeling en/of lozing van landbouwgif veroorzaakt door de bollen- en lelieteelt in deze provincie?

8. Zo nee, waarom is dit nog niet eerder gebeurd? Is het DB bereid om onderzoek te doen naar de gevolgen van gif voor de bodem en het oppervlakte water?

9. Als blijkt uit nader onderzoek dat ook in Friesland landbouwgif door deze sector op het oppervlakte wordt geloosd, is het DB dan bereid om deze bedrijven daarvoor extra te belasten?

10. Daarnaast zou de Partij voor de Dieren graag willen weten hoe het DB denkt over het instellen van spuitvrije zones om de gevolgen voor de omgeving, de natuur en het oppervlaktewater te reduceren en indien nodig met de betreffende gemeenten in overleg te gaan om te komen tot een oplossing?

Graag verneem ik uw reactie.

Suzanne van Wylick, Partij voor de Dieren